Gaswisseling

Tegenwoordig is Gaswisseling een onderwerp op ieders lippen. Of het nu vanwege zijn relevantie op sociaal gebied, zijn impact op de economie of zijn invloed op de populaire cultuur is, Gaswisseling heeft de aandacht getrokken van een groot aantal mensen over de hele wereld. Dit fenomeen is niet verrassend, aangezien Gaswisseling een aantal kenmerken bezit die het de moeite waard maken om bestudeerd en geïnteresseerd te worden door zowel academici, experts als enthousiastelingen. In dit artikel zullen we enkele van de meest prominente facetten van Gaswisseling diepgaand onderzoeken, waarbij we het belang ervan vandaag en de potentiële impact ervan in de toekomst analyseren. Door middel van een rigoureuze en uitputtende analyse zullen we proberen licht te werpen op dit zeer relevante onderwerp en een alomvattende visie bieden waarmee lezers de reikwijdte en betekenis ervan beter kunnen begrijpen.

Gaswisseling is de uitwisseling van de gassen zuurstof (O2) en koolzuurgas (CO2) tussen een organisme en zijn omgeving ten behoeve van zijn respiratie of ademhaling. Deze gaswisseling is essentieel voor het leven. Als deze niet plaatsvindt volgt verstikking.

Gaswisseling bij mensen en andere zoogdieren

Zie Ademhalingsstelsel (mens) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Gaswisseling in de longen

Bij mensen en andere zoogdieren vindt gaswisseling plaats in de longen, waarbij zuurstof (O2) wordt opgenomen in het bloed terwijl koolzuurgas (CO2) wordt afgegeven aan de longlucht. Het bloed bevat rode bloedcellen (erytrocyten) waarin hemoglobine (Hb) zit; hemoglobine kan zuurstof en, in mindere mate, koolstofdioxide aan zich binden. Zuurstof diffundeert door de wand van de longblaasjes en de wand van de haarvaten naar het bloed en bindt zich in de rode bloedcel aan de hemoglobine. Het wordt, gebonden aan hemoglobine, naar de weefsels vervoerd waar het wordt gebruikt bij de verbranding binnen iedere cel. Dit levert energie en CO2 op. De vrijgekomen CO2 lost op in het bloedplasma, bindt zich aan bloedeiwitten en hemoglobine en wordt door de circulatie terug vervoerd naar de longen. In de longen diffundeert het koolzuurgas door de wand van de haarvaten en de wand van de longblaasjes naar de longlucht; bij het uitademen wordt de longlucht ten slotte uit het lichaam verwijderd.

Planten

Zie Ademhaling (plant) en Fotosynthese voor de hoofdartikelen over dit onderwerp.

Door de huidmondjes, voornamelijk van het blad, wisselen planten gassen uit met de omgeving. Bij de afvoer van gassen verliezen de planten ook water in de vorm van waterdamp. Dit is de drijvende kracht achter het watertransport in de plant. Koolstofdioxide (CO2) wordt door de planten opgenomen en door de cellen in het blad gebruikt voor fotosynthese. Zuurstof (O2) wordt door de cellen als afvalstof afgegeven. 's Nachts hebben de planten echter zuurstof nodig.

Zie ook