Greenwell's Booth

In het artikel van vandaag zullen we Greenwell's Booth onderzoeken, een onderwerp dat de afgelopen jaren de aandacht van velen heeft getrokken. Greenwell's Booth is op verschillende gebieden aan relevantie gewonnen, van politiek tot wetenschap, en de impact ervan is wereldwijd voelbaar. Naarmate we verder komen in de ontwikkeling van dit artikel, zullen we dieper ingaan op de belangrijkste aspecten van Greenwell's Booth, waarbij we ingaan op de implicaties, de uitdagingen en de kansen die het biedt. Om een ​​alomvattend overzicht te bieden, zullen we verschillende perspectieven en meningen van deskundigen over Greenwell's Booth verkennen, om zo een compleet overzicht van dit spannende onderwerp te bieden.
Greenwell's Booth aan de haven van Uyeasound op Unst

Greenwell's Booth was een zeventiende-eeuws pakhuis, gelegen in Uyeasound op het Shetlandse eiland Unst (Schotland), gebouwd ten behoeve van de handel met kooplieden van de Hanze.

Vanaf 1490 bezochten kooplieden uit Bremen de Shetlandeilanden om handel te drijven. Zij zochten onder andere gedroogde vis en dierenhuiden (van ossen, schapen, geiten, zeehonden en otters) en verkochten zaken als visgerei, lijnen en netten, en voedsel en drank. Rond 1730 bezochten een dozijn schepen vanuit Bremen en Hamburg jaarlijks de Shetlandeilanden. Tussen mei en augustus hielden de bemanningen van deze schepen zich bezig met het drogen en inzouten van vis.

Rond 1646 werd Greenwell's Booth gebouwd door William Bruce. De booth diende als opslagplaats van goederen om handel te drijven met de kooplieden van de Hanze. In 1705 werd de booth verkocht aan James Scott van Voesgarth door Laurence Bruce.

De booth bleef tot in de achttiende eeuw in gebruik. Twee graven van Duitse kooplieden van de Hanze zijn te vinden in de nabijgelegen kerk St Olaf's Church in Lund.

Externe link