Kanaat Jerevan

In de wereld van vandaag heeft Kanaat Jerevan onvermijdelijk aan relevantie gewonnen. De impact ervan is voelbaar op alle gebieden van het leven, van politiek tot technologie, cultuur en entertainment. Kanaat Jerevan heeft tot gepassioneerde debatten geleid, diepgaande veranderingen teweeggebracht en de koers voor talloze evenementen bepaald. In dit artikel zullen we het fenomeen Kanaat Jerevan verkennen, de vele facetten ervan analyseren en de invloed ervan op de hedendaagse samenleving onderzoeken.
ایروان
İrəvan xanlığı
Revan Hanlığı
Vazalstaat van Perzië
 Afshariden 1747 – 1828 Oblast Armenië 
Kaart
■ Kanaat Jerevan
 Kanaat Jerevan
Algemene gegevens
Hoofdstad Jerevan
Oppervlakte 19.400 km²
Talen Azerbeidzjaans, Perzisch, Armeens, Koerdisch, Turks
Religie(s) Islam, christendom, jezidi's
Munteenheid Qarapul
Regering
Regeringsvorm Kanaat
Staatshoofd Kan

Het kanaat Jerevan (Perzisch: ایروان, Azerbeidzjaans: İrəvan xanlığı, Armeens: Երեւանի խանություն) was een Perzische vazalstaat in het zuiden van de Kaukasus die bestond tussen 1747 en 1828, toen het werd afgestaan aan het Russische keizerrijk.

Geschiedenis

Na de ondergang van de Perzische Safawiden-dynastie werd het gebied rond Jerevan in 1724 door de Ottomanen veroverd. In 1735 werd het gebied door Nadir Sjah, de stichter van de Perzische dynastie Afshariden heroverd. In 1745 probeerde de Ottomanen zonder resultaat het gebied te heroveren. Na de dood van Nadir Sjah in 1747 werd het gebied rond Jerevan tot een zelfstandig kanaat gevormd, hoewel het kanaat wel onder Perzische suzereiniteit bleef vallen.

In 1828 werd het kanaat tijdens de Russisch-Perzische Oorlog (1826–1828) door de Russen veroverd en door het Verdrag van Torkamanchai aan het keizerrijk Rusland afgestaan. De Russen deelden het gebied in bij de nieuw gevormde Armeense oblast.

Demografie

De bevolking van het kanaat bestond uit voornamelijk uit Azerbeidzjanen, Turken, Koerden en Perzen. Armeniërs, die op dat moment minder dan 20% van de lokale bevolking vormden, waren de overgeblevenen van een groot aantal die tijdens de regeringsperiode van sjah Abbas I naar Iran werden gedeporteerd. Historici schatten het aantal gedeporteerden tussen de 250.000 tot 300.000 mensen.